
Constantius Gallus was een van de weinige die het bloedbad ontliep, die de zonen van Constantijn aanrichtten na diens dood onder troonpretendenten. Gallus werd tot Caesar gekozen en naar het front gestuurd om eerts te vechten tegen Magnentius en later een Joodse opstand te onderdrukken met buitensporig geweld. Daar kreeg hij al snel een wrede reputatie, die nog versterkt werd toen hij een groot aantal aristocraten liet vermoorden. Toen Constantius II dit hoorde, riep hij zijn neef terug onder het voorwendsel dat hij Augustus zou worden, verbande hem naar een eiland, waar hij uiteindelijk werd terechtgesteld.