
In 68 raakte hij in contact met de opstandige Iulius Vindex en zijn troepen riepen hem in Carthago Nova (Spanje) uit tot tot legaat van de senaat en het Romeinse volk. Na Nero's dood werd Galba onder druk van de praefectus praetorio Numphidius Sabinus door de senaat tot keizer uitgeroepen. Samen met Otho trok hij naar Rome, waar hij een opstand neersloeg. Ofschoon Galba een eerlijk man was, bemoeilijkten zijn achterdocht en gierigheid zijn regering. Het niet uitbetalen van het aan de soldaten beloofde donativum kostte hem veel sympathie. Begin 69 keerden de Rijnlegers zich tegen hem en riepen Vitellius tot keizer uit. De adoptie van Lucius Calpurnius Frugi Licianus, waarmee de periode van de adoptiefkeizers werd ingeluid, nam Otho tegen hem in. De door deze onder de praetorianen op touw gezette samenzwering kostte Galba het leven.